De dieren, het landschap, het baden in de beek langs de boerderij waar het hele gezin op zaterdagavond de wekelijkse wasbeurt kreeg, zijn zaken die me voorgoed zijn bijgebleven. Alle facetten van de natuur die ik als baby opzoog en waar ik als kind mee opgegroeide, hebben me gevormd. De natuur en het buitenleven zitten nog steeds in elke vezel van me. Ik ken geen plek hier in de omgeving waar ik niet ooit geweest ben.
Tering naar de nering zetten
Mijn vader stierf jong, wat een verhuizing van ons gezin naar Bergeijk centrum noodzakelijk maakte. Op onze nieuwe stek moesten we de tering naar de nering zetten. We hadden een grote moestuin waarin we groenten verbouwden. Ik prijs me gelukkig dat ik in Bergeijk geboren ben. De gemeente is rijk aan gevarieerde natuur: bossen, weilanden, heide, kleinschalige akkers. Net die kleinschaligheid koester ik. Als ik een slingerend zandpad zie of een mooie houtwal, kan ik lyrisch worden. Dat gevoel ervaar ik ook als ik tussen mijn bijen sta of als kijk naar de beekloop bij de Liskes en het Schut die meandert door bosgebieden en langs weilanden. Mijn vrouw en ik zijn veel onderweg met onze camper, we doorkruisen heel Europa. Nog steeds ontdekken we nieuwe dingen. Daar teer je op als je weer thuis komt. De plek waar we opgroeien, nemen we met ons mee. Die plek moeten we koesteren. Zelf voel ik me een rentmeester van de natuur en verantwoordelijk voor de mooie omgeving die we hier hebben. Daarmee bedoel ik dat ik het belangrijk vind dat we geen roofbouw plegen op die natuur, maar perspectief bieden aan toekomstige generaties.'